gaat
gaat - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan ♢ Jij gaat 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan ♢ Hij gaat 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van gaan ♢ gaat!
Wiktionary (2019)
gaat - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan ♢ Jij gaat 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan ♢ Hij gaat 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van gaan ♢ gaat!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: