Wat is de betekenis van Gaasvliegen?

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gaasvliegen

een familie der netvleugeligen met fijne, doorzichtige vleugels, vaak geel- of groenachtig. Zij overwinteren in schuren of op zolders. De larven der gaasvliegen zijn zeer nuttig, omdat zij met hun lange, holle zuigkaken bladluizen uitzuigen. Enkele van deze larven gebruiken de bladluishuidjes als vermomming.

2024-04-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gaasvliegen

zijn tere, netvleugelige insecten, meestal groen, soms bruin van kleur, die als bladluisverdelgers een nuttige rol spelen. Zij vormen de fam. Chrysopidae met Chrysopa als een der voornaamste geslachten.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gaasvliegen

v. mv. (tot de netvleugeligen behorende insecten; Lat. chrysopidae).

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gaasvliegen

v./m. (mv.), (ook: bruinoogjes) insektenfamilie. (e) De gaasvliegen, Chrysopidae, behoren tot de ➝netvleugeligen. Het zijn zeer tere dieren, met groenachtige, zeer dunne, op gaas lijkende vleugels en als goud schitterende ogen, in vlucht enige cm breed. De larve leeft van bladluizen. Het bekendste geslacht is Chrysopa, de gaasvlieg of gaasje.