Wat is de betekenis van frietketel?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

frietketel

(2000) (Vlaanderen, jeugd) kleine auto. Vgl. hooptie*; opneukertje*; vliegende* vlo; vlo*. • Frietketel: een kleine auto. (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

frietketel

frietketel - Zelfstandignaamwoord 1. (huishouden) het vat met vet waar de frieten in worden gefrituurd Woordherkomst samenstelling van friet en ketel Verwante begrippen frituurpan

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

frietketel

frituurpan ‘Ik zei soms tegen Fons,’ ging Alma door, ‘dat hij toch wel ’ns wat minder sullig mocht zijn, maar of je dat tegen hem zei of tegen de frietketel, dat maakte geen verschil.’ (Herman Brusselmans, In de knoei) Zal nu morgen in de krant staan, dat ook ik doodgekwiekt werd door een gebakken pl...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

frietketel

(de, -s) frituurpan. Elke dag van 14 tot 17 uur demonstreren de spuitgasten er hoe een brand in een frietketel geblust moet worden of hoe een zandzakmachine werkt. - HN, 22-07-2002.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)