Wat is de betekenis van freeze?

2024-04-28
Jargon & Slang van Muzikanten

Marc De Coster (2017)

Freeze

Freeze - Eng.) bij breakdance een bevroren eindpositie, zittend of liggend op de vloer.

2024-04-28
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

freeze

(de; -s) DG - basisbeweging bij breakdancing, waarbij de breaker het lichaam vanuit beweging in stilstand moet krijgen (bevriezen), meestal als einde van een oefening (setje), bv. met het lichaam op de grond of in een handstand.

2024-04-28
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

freeze

freeze - Het bij wet of afspraak fixeren van lonen en prijzen in een poging de inflatie te beteugelen. Op de beurs is een freeze een handelsstop in een bepaald fonds die plaatsvindt bij het overschrijden van door Euronext vooraf vastgestelde prijsgrenzen. Tijdens de freeze kunnen geen orders worden ingevoerd en worden geen orders uitgevoerd. Het do...

2024-04-28
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

freeze

Freeze is: 1) (dans): het vastzetten van een spelmoment, bekend onder de term tableau (2); 2) (drama): uitdrukking uit de danspraktijk om een 'actieve stilstaande houding' te benoemen; dit is een 'bevroren houding'; begrip komt voort uit de breakdance; ook bevriezen.

2024-04-28
Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Freeze

(< Eng.>) Speltechniek. Ned.= Bevriezen. Dit is het vastzetten van een spelmoment bekend onder de term (→) tableau.

2024-04-28
Videofilmen: termen en begrippen

Emanuel Damsteeg (1992)

Freeze

Elk 100 Flz-tv-toestel is uitgerust met een digitaal beeldgeheugen. Door dit niet met nieuwe beeldinformatie van tv-zender of videorecorder te vullen, maar continu te laten uitlezen, verkrijgen we een perfect stilstaand beeld. Ook kan de freeze in een aantal stapjes per seconde worden uitgebreid tot een strobe, een schokkerige beeld- voor-beeldweer...

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

freeze

I. vriezen, bevriezen, stollen; over, be-, dichtvriezen; freeze up, vast-, dichtvriezen; II. doen (laten) bevriezen; doen stollen; blokkeren; freeze out, wegwerken [een concurrent], wegkijken; III. [loon-, prijs]stop.