Wat is de betekenis van fractuur?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fractuur

(<Fr.-Lat.), v., 1. breuk, breking (van -enig lichaamsdeel); 2. Gothische drukletter; —SCHUIFT, o.

2025-07-15
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Fractuur

Breuk.

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

fractuur

botbreuk. Voorbeelden: Bij een persoon van 75 jaar ligt de kans op een breuk tussen de 5 en 10 procent. Van alle 90-jarigen loopt een op de drie kans een heup te breken. De hoofdoorzaak van de fracturen bij ouderen is botontkalking. Door een verslechterde motoriek lopen ouderen meer kans te vallen. Haarlems Dagblad, 2 maart 2001...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fractuur

fractuur - Zelfstandignaamwoord 1. een botbreuk

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fractuur

fractuur - zelfstandig naamwoord uitspraak: frac-tuur 1. gebroken bot ♢ Yehudi had een fractuur in zijn bovenbeen Zelfstandig naamwoord: frac-tuur de fractuur de fracturen ...

2025-07-15
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

fractuur

(uitspraak: frak-TUUR) Zie (ook) botbreuk

2025-07-15
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Fractuur

(v.), breuk.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fractuur

1. [Lat. fractura] (med.) botbreuk, breuk van een der beenderen. 2. [Du. Fraktur] (typ.) gotische drukletter.