Wat is de betekenis van fonogram?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fonogram

o. (-men). 1. plaat of rol voor de fonograaf, met of zonder opname; — 2. door de telefoon overgebracht telegrambericht. FONOGRAM(MEN) ARCHIEF, o., verzameling fonogrammen.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

fonogram

Het begrip fonogram heeft 4 verschillende betekenissen: 1) rol voor een fonograaf. rol met geluidsopnames voor een fonograaf. 2) eerste opname van klanken. opname die geluid voor het eerst vastlegt, bijvoorbeeld van een muziekuitvoering of van andere geluiden; eerste opname van klanken. 3) geluidsgrafiek. grafiek die de golfb...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fonogram

fonogram - Zelfstandignaamwoord 1. een visuele weergave van klanken 2. plaat of rol voor de fonograaf 3. telegrafisch bericht via de telefoon Woordherkomst met het voorvoegsel fono- met het achtervoegsel -gram

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fonogram

[v. Gr. phoonè = geluid, stem, en gramma = het geschrevene, schrift] 1. het door een fonograaf vastgelegde; 2. rol of plaat van een fonograaf; 3. telefonisch overgebracht telegram.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fonogram

fonograafplaat; telegrafisch bericht

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

fonogram

rol vir fonograaf; getelefoneerde telegram.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fonogram

plaat of rol, waarop het door de fonograaf voortgebrachte is vastgelegd,

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fonogram

(fono’gram) o. (-men) 1. fonograafplaat, -rol: het archief van -men te Wenen, met een verzameling van dialektische opnamen. 2* door de telefoon overgebracht bericht, fonogramarchief o. (...archieven).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fonogram

o. (-men), 1. plaat of rol voor de fonograaf, met of zonder opname; 2. door de telefoon overgebracht telegrafisch bericht.