Wat is de betekenis van Folker?

2024-04-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Folker

Tweestammige Germaanse naam, uit Folk- 'volk, krijgsvolk' (zie folk-) en -her 'heer, leger' (zie -her-) of -hard, zie Folkert.

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Folker

Folker - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Folker

m Tweestammige Germ. naam, uit Folk‘ volk, krijgsvolk’ (zie folk-) en -her 'heer, leger’ (zie -her-) of-hard, zie Folkert.

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

FOLKER

a. Grootgrondbezitter, monnik in Werden; schonk zijn goederen, o.a. in Westergo, aan dat klooster. Zie: H. Oldenhof-M. Ydema, Gesch. van de parochie BlauwhuisSensmeer (1951), 4-6. b. Benedictijn, vermeld als abt van Staveren (1320); wijbisschop, titel: bisschop van Gibeleth (1359); vernieuwde bisschop Frederiks graf (1362). Zie: J. Weyling, De wi...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Folker

(dolksr), Folkert m. (-s) * Volkerus. Folkestone (do:kstdn) havenstad in Engeland (KT. OROOT-BRITTANNIÈ G 6) 38 000 inw. Visserij. Folketing (dolkdting) o. [~ volk + ding] volkskamer, Deense Tweede Kamer, folklore (dolklor) v. [Eng. ^ volk + lore, leer] kennis van de legenden, spreekwoorden, zeden, klederdrachten, gebruiken en geloofsbegripp...