Wat is de betekenis van foerage?

foerage - Zelfstandignaamwoord 1. voer en stro voor paarden en vee 2. levensmiddelen Woordherkomst afgeleid van het Franse fourrage (met het achtervoegsel -age) Synoniemen voeder, voer

foerage: voedsel dat de renner bij de bevoorrading of ravitaillering in zijn musette vindt. Het woord stamt - niet verwonderlijk - uit de dierenwereld: daar wordt met foerage voornamelijk haver en stro bedoeld. Koersen is immers een beestenstiel.

(Frans) schertsende benaming voor de levensmiddelen. Letterlijk: paardenvoer. Zie ook ravitaillering en bevoorrading. Hij staat aan het vertrek in een baanshirt. Zo’n shirt heeft geen zakken om fourage mee te nemen. (Wielerexpress. 1988) Dus: het is zorgen voor de foerage voor onderweg, sandwiches mee, of kopen. (Peter Ouwerkerk: Parijs is nog ver...

(de; g.mv.) - eten en drinken voor onderweg: foerage inslaan, meenemen. Herkomst: van Fr. fourrage (voeder, veevoer), oorspronkelijk vooral een militaire term: voer (m.n. hooi) en stro voor paarden en vee.

ook: fourage [Fr. fourrage = veevoeder, ook: het halen daarvan, van OFr. fuerre = veevoeder, ook: stro] voeder en stro voor vee en paarden, spec. hooi; (scherts.) voedsel voor mensen; op foerage uitgaan, (mil.) voedsel gaan halen.

(fourage) voer en stro voor vee; levensmiddelen

...

FOERAGE, v. zie FOURAGE.

...