fnuiken
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(fnuikte, heeft gefnuikt), 1. (veroud.) kortwieken ; 2. een einde maken aan de vrije ontplooiing (en vervolgens ook: aan het bestaan) van —, ten onder brengen: iemands trots, macht fnuiken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Redactie Ensie (2022)
Fnuiken is een Nederlands werkwoord en betekent 'beknotten' of 'een einde maken aan'. Fnuiken betekent letterlijk kortwieken, het afknippen van de vleugels van een vogel om te voorkomen dat deze nog langer kan vliegen. Tegenwoordig heeft fnuiken dus meer een figuurlijke betekenis. Het bijvoeglijk naamwoord van fnuiken is 'f...
Genootschap Onze Taal (2020)
UIT: Respect (Stefaan Michielsen, De Tijd, 26 januari 2010) CONTEXT: Sommige politici sturen erop aan de bedrijven te bestraffen voor hun 'onbetamelijke' gedrag, door hun zwaardere lasten en tal van nieuwe verplichtingen op te leggen. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Het FNUIKT het initiatief en de ondernemingszin. : een einde maken...
M. J. Koenen's (1937)
fnuikte, h. gefnuikt (kortwieken; tegenw. inz. fig. van macht, trots enz.: ten onder brengen, verminderen): iems. macht fnuiken; iems. trots fnuiken; zegsw. dat nachtbraken is op den duur fnuikend, vernietigend.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(fnuikte, heeft gefnuikt), 1. kortwieken; 2. een einde maken aan de vrije ontplooiing (en vervolgens ook: aan het bestaan) van, ten onder brengen: iemands trots, macht —.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: