fluisteren
(1984) (Vlaanderen, euf.) urineren, plassen. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
Marc De Coster (2020-2024)
(1984) (Vlaanderen, euf.) urineren, plassen. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
Wiktionary (2019)
fluisteren - Werkwoord 1. (inerg) spreken met gedempte stem ♢ Zij fluisterden om de kinderen niet wakker te maken. 2. (ov) iets met gedempte stem zeggen ♢ Het antwoord werd in zijn oor gefluisterd.
Muiswerk Educatief (2017)
fluisteren - regelmatig werkwoord uitspraak: fluis-te-ren 1. heel zacht praten ♢ hij fluisterde iets in mijn oor Regelmatig werkwoord: fluis-te-ren ik fluister jij/u fluistert ...
Getty Research Institute (1990)
fluisteren - De handeling waarbij men zeer zacht praat, zonder dat de stembanden tot trilling komen.
drs. L.A. Beeloo (1981)
stemloos spreken. De stembanden van het strottehoofd treden bij het fluisteren niet in werking.
Van Dale Uitgevers (1950)
(fluisterde, heeft gefluisterd), 1. zacht, nauwelijks hoorbaar spreken, nl. zo dat de stembanden niet trillen; — op deze wijze zeggen: zoete woordjes fluisteren; iem. iets in (ook aan) het oor fluisteren; 2. bedektelijk zeggen, vertellen: boze tongen fluisteren... ; 3. (bij verg.) een geluid voortbrengen dat op fluistere...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: