Wat is de betekenis van flodderig?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flodderig

bn. bw., slap en wapperend, niet passend, te ruim (van kledingstukken): een flodderige regenjas : wat zit die broek flodderig.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flodderig

flodderig - Bijvoeglijk naamwoord 1. vooral van lappen stof dat deze los bewegen 2. niet rijk maar armoedig Woordherkomst afleiding van flodder met het achtervoegsel -ig

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

flodderig

bn. en bw., 1. slap en wapperend, niet passend, te ruim (van kledingstukken): een flodderige regenjas; wat zit die broek —; 2. knoeierig.

2025-07-17
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

flodderig

uitgerafeld, in lange strengen. flodderig roet in 't waoter (Eelde) − langspierig onkruid.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Flodderig

FLODDERIG, bn. bw. niet passend, te ruim (van kleedingstukken): een flodderige dameshoed; wat zit die broek flodderig.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)