Wat is de betekenis van flirt?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flirt

flirt - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van flirten 2. gebiedenwijs van flirten

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

flirt

flirt - zelfstandig naamwoord uitspraak: flurt 1. iemand die vaak een beetje verliefd doet ♢ dat meisje is een echte flirt 2. niet-serieuze liefdesverhouding ♢ het was niet meer dan een flirt ...

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Flirt

[Eng. = eig.: snelle ruk of beweging, gefladder (bijv. van vogelstaart) (klanknabootsend)] 1 speelse verliefdheid zonder ernstige bedoeling; 2 wie van flirten houdt.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Flirt

hofmakerij; rokkenjager

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Flirt

[Eng. fleurt], verliefd doen voor de gelegenheid, niet-serieuze minnarij.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

flirt

sien flerrie.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Flirt

verliefde spelerij; coquetterie; iemand die aan flirt doet

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Flirt

flirt.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

flirt

I. fladderen; flirten; flirt with, spelen of coquetteren met; II. (weg)knippen, -schieten; spelen met; flirt out, uitspreiden; er uit flappen; III. 1. ruk, zwaai; 2. flirt, hofmaker.