Wat is de betekenis van flipper?

Het begrip flipper heeft 5 verschillende betekenissen: 1) beweegbaar deel in flipperkast. druppelvormig beweegbaar deel in een flipperkast dat bediend wordt door te drukken op een knop aan de zijkant van de kast, zodat de bal in het flipperspel heen en weer geschoten kan worden. 2) vinpoot van waterdier. orgaan van waterschildpadden...

1) (1970+) (Eng.) (jeugd) geflipte* druggebruiker; persoon die zich exentriek gedraagt. In het Surinaams wordt deze term al lang gebruikt voor een jongen die zich op school onordelijk gedraagt. Ook in het Duitse slang: 'Flipper'. • flipper - typische, onprettige, excentrieke mensen. Leiden. (NRC Handelsblad, 10/03/1979, over jeugdt...

flipper is de benaming voor een cryptospeculant die munten koopt tijdens een ICO en ze kort na de beursintroductie tegen een meerwaarde verkoopt.

flipper - Zelfstandignaamwoord 1. een zwemvin, onderdeel van de snorkeluitrusting of duikuitrusting van een snorkelaar of duiker. ♢ Voorbeeldzin met het flipper erin. 2. bedieningsknop van een flipperkast flipper - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van f...

Flipper - handeltje waarmee een balletje kan worden weggestoten.

Een flipper is een belegger die direct na de toewijzing van effecten bij een emissie die effecten (bij voorkeur met winst) weer verkoopt.

zijn - hebben bet. in marineslang ‘afgeoefend zijn’. Flipperis de ben. voor het kenteken van de onderzeedienst (twee dolfijnen en dwarsdoorsnede van een onderzeeboot). Men gebruikt ook de uitdr. zijn vijf hebben. Vijf is nl. het cij fer dat behaald moet worden om als ie klas een Flipperte mogen dragen.

flipper - mogelijk een of andere geslachtsziekte; volgens Aant. BOEKENOOGEN geen druiper. En E is een eksteroog, dat zit aan je kont, En Fis een flipper, die 's ook niet gezond, Uit een studentenalphabet [Leiden, midden 19e e.].

m. (-s), 1. handeltje, staafje of iets dergelijks waarmee bij het flipperen in de flipperkast het balletje teruggestuit kan worden; 2. gokautomaat; 3. drugverslaafde.