Wat is de betekenis van flier?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

flier

(1934) (Barg.) speelkaart. 'Flieren': kaartspelen. • (Tijdschrift voor taal en letteren. 1922) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1934) • (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018)

2024-04-29
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

flier

→ flyer

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

flier

zie flyer.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

flier

zie vlier (muurbloem).

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Flier

Flier - (A. van der), Nederl. letterkundige uitde 19e eeuw, schrijver van zeer romantische ver-halen, die hij niet zonder succes in het licht gaf.B.v. Door nacht tot licht (1899), Op leven endood (1901), enz.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

flier

v./m. (-en), (gew.) violier.