Wat is de betekenis van fleer?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fleer

(fleren), 1. m., klap, slag: een fleer om de oren; 2. v., vadsig en slordig, lichtzinnig wijf; straatmeid, hoer.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

fleer

1) (16e eeuw) (inf.) klap, draai om de oren; slag; (Rotterdam, Utrecht) harde, ongecontroleerde trap tegen een bal. Fléren: slaan. • Fleer, klap met de vlakke hand tegen de wang of om de ooren; ’n fleer tegen de kop: ’n fleer an de bek zooveel als oorveeg. NBrab. fleers, flier = slag; v. Dale fleers = slag, schop. Vgl. anwa...

2025-07-15
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Fleer

Fleer - harde ongecontroleerde trap tegen de bal. Rotterdamse term.

2025-07-15
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

fléér

(zn) klap, slag HP, TM, BM, EK, WB.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fleer

(flèr) klap

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fleer

1. m. fleren (klap, slag): iem. een fleer om de oren geven; 2. v. fleren (vadsige, slordige, lichtzinnige vrouw; straatmeid).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fleer

(fleren) [< flodderen] 1. m. Gemz. klap: iemand een om de oren geven. 2. v. lui vrouwspersoon, straatmeid.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fleer

v. (fleren), slons; lichtzinnige vrouw.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

fleer

fleer zn. 'klap, oorvijg' categorie: klankwoord, etymologie onduidelijk Vnnl. flere 'klap, mep' [1599; Kil.]. Andere gewestelijke en/of verouderde betekenissen van dit woord zijn: mnl. flocke-flere 'vleier, slijmbal' [1481; MNW], hierbij het ww. vnnl. fleren 'talmen' [1548; WNT Aanv.], fleeren 'vleien' [1...