Wat is de betekenis van Fleer?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

fleer

1) (16e eeuw) (inf.) klap, draai om de oren; slag; (Rotterdam, Utrecht) harde, ongecontroleerde trap tegen een bal. Fléren: slaan. • Fleer, klap met de vlakke hand tegen de wang of om de ooren; ’n fleer tegen de kop: ’n fleer an de bek zooveel als oorveeg. NBrab. fleers, flier = slag; v. Dale fleers = slag, schop. Vgl. anwa...

2024-03-29
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Fleer

Fleer - harde ongecontroleerde trap tegen de bal. Rotterdamse term.

2024-03-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

fléér

(zn) klap, slag HP, TM, BM, EK, WB.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fleer

(flèr) klap

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fleer

(fleren), 1. m., klap, slag: een fleer om de oren; 2. v., vadsig en slordig, lichtzinnig wijf; straatmeid, hoer.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fleer

1. m. fleren (klap, slag): iem. een fleer om de oren geven; 2. v. fleren (vadsige, slordige, lichtzinnige vrouw; straatmeid).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fleer

(fleren) [< flodderen] 1. m. Gemz. klap: iemand een om de oren geven. 2. v. lui vrouwspersoon, straatmeid.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fleer

v. (fleren), slons; lichtzinnige vrouw.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)