flashy
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] flitsend, opzichtig, blits - In zijn roodglanzend maatpak zag hij er blits uit tussen alle kantoormuizen.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] flitsend, opzichtig, blits - In zijn roodglanzend maatpak zag hij er blits uit tussen alle kantoormuizen.
Marc de Coster (1999)
Flashy - (Eng.), opzichtig. De kledingcode is opvallend simpel. De mannen dragen alles wat niet ‘flashy’ is en geven voornamelijk hun demonstratie van goede smaak door uitgekookte kapsels. Vinyl, februari 1986 ‘Als het er maar flashy uitziet,’ omschreef een door Elseviers Weekblad aangehaalde verkoopster het soort artikelen dat ‘Jappies’ het liefs...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: