Wat is de betekenis van Flanquer?

2025-07-17
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Flanquer

staan naast, flankeren, zijwaarts bestrijken (dekken); smijten, gooien, kletsen, kwakken; flanquer qn. à la porte, iem. de deur uitgooien; flanquer un soufflet à qn., iem. een oorvijg geven.

Gerelateerde zoekopdrachten