Wat is de betekenis van Flankeur?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

flankeur

(19e eeuw) (< Fr. flanqueur) (sold.) soldaat die als verkenner ter zijde van de troep marcheert. • Vermist. 3de Kompagnie: de flankeur. (Algemeen Handelsblad, 08/01/1833) ... den flankeur der infanterie van voormeld leger ... (Nederlandsche staatscourant, 20/07/1851) • Flankeur, soldaat, aan het uiteinde van het gelid geplaa...

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Flankeur

[Fr. flanqueur] verkenner aan de flank van een leger.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Flankeur

soldaat aan het einde van het gelid

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flankeur

m. (-s), 1. soldaat, aan het uiteinde van het gelid geplaatst, vleugelman; 2. tirailleur die terzijde van de troep marcheert.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

flankeur

m. flankeurs (Fr. flanqueur: militair, als verkenner terzijde van de troep marcherend; ook: vleugelman). flankvuur o. (vuur tegen de flank van een troepenafdeling): flankvuur krijgen.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

flankeur

m. (-s) militair die als verkenner, ter zijde van de troep, marcheert.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Flankeur

FLANKEUR, m. (-s), soldaat, aan het uiteinde van het gelid geplaatst, vleugelman; — tirailleur bij de cavalerie; —LINIE, v. (-s, ...niën), gevormd door flankeurs.

Gerelateerde zoekopdrachten