Wat is de betekenis van Fietsbus?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fietsbus

fietsbus - Zelfstandignaamwoord 1. touringcar die tevens fietsen naar de vakantiebestemming vervoert Woordherkomst samenstelling van fiets en bus

2024-04-29
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Fietsbus

Fietsbus - De fietsbus werd op 4 okt. 1982 in A.-Noord bij wijze van experiment in bedrijf gesteld. De bus reed met een aanhangwagen, waarin achttien fietsen konden worden geplaatst, van de Molenwijk, via de Coentunnel naar het Surinameplein. Het idee sloeg niet aan en na enkele maanden was de fietsbus als stadsvervoer verleden tijd.