federatief
federatief - Bijvoeglijk naamwoord 1. van de aard, op de grondslag van een federatie Woordherkomst afgeleid van federatie met het achtervoegsel -ief
Word vandaag nog lid van Ensie
Wiktionary (2019)
federatief - Bijvoeglijk naamwoord 1. van de aard, op de grondslag van een federatie Woordherkomst afgeleid van federatie met het achtervoegsel -ief
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. fédératif] van een federatie of naar een federatie strevend.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., van den aard, op de grondslag van een federatie.
Jacon Kramers Jz (1948)
van een federatie, bondgenootschappelijk.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (Fr. fédératif: bondgenootschappelijk; van de aard van, op de grondslag van een federatie; een federatie beogend): federatieve samenwerking.
Jozef Verschueren (1930)
('ti:f) bn. (...tieve) en bw. van, betreffende een federatie, bondgenootschappelijk: in verband.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., van de aard, op de grondslag van een federatie.
dr. Jan Romein (1906)
bondgenootschappelijk; op voet van federatie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.