fatsoenshalve
uit fatsoen. met het oog op het fatsoen; omwille, ter wille van het fatsoen; vanwege het fatsoen; uit fatsoen; uit fatsoensoverwegingen; om niet onfatsoenlijk te zijn; om het fatsoenlijk te houden. Voorbeelden: Fatsoenshalve moet in elk geval een afwijzingsbrief of mail worden gestuurd aan iedere sollicitant, zeker als er een intervi...