Wat is de betekenis van fameus?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fameus

fameus - Bijvoeglijk naamwoord 1. beroemd De fameuze schrijver was ook heel tevreden met zichzelf. Woordherkomst afgeleid van het Franse fameux (met het achtervoegsel -eus) Synoniemen befaamd, vermaard, bekend, gerenommeerd, illuster, roemrucht Verwante begrippen...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fameus

fameus - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fa-meus 1. door veel mensen gekend of bewonderd ♢ hij is fameus om zijn toverkunsten Bijvoeglijk naamwoord: fa-meus ... is fameuzer dan ... de/h...

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

fameus

bekend (informeel) Hij knipoogde en zei: 'je staat nu natuurlijk wel fameus bij haar in het krijt. Gelukkig kunnen een paar kruiwagens brandhout wonderen doen.' Hij hield het werkpak zo voor me dat ik in de broekspijpen kon stappen zonder me te buigen. (Anne Provoost, Vallen) Als bijwoord: 'erg'. Een voor...

2024-04-26
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

fameus

zeer, heel hard. Ik ben fameus uitgegleden (flink, pijnlijk).

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

fameus

(bn.) berucht, bekend in ongunstige zin. - je bent een fameuze, je valt me tegen, je bent me er eentje.in België soms zonder de ongunstige betekenis. een fameus biertje, een bijzonder goed biertje.

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fameus

[Fr. fameux, van Lat. famosus = faamrijk, beroemd, van fama] 1. veelbesproken; (iron.) beroemd; 2. zeer groot (bijv.: vermogen); 3. verbazend, bijzonder (goed, mooi enz.); een fameuze kerel, een prachtvent.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fameus

vermaard

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Fameus

vermaard, groots, uitzonderlijk, b.v. een fameus idee.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

fameus

1. Beroemd, befaamd, roemrijk. Op de vraag of hij nog hoopte met de samengestelde ploeg van start te kunnen gaan, antwoordde Tindemans met het fameuze woord van Willem de Zwijger: «Point n’est besoin... Ge moet niet hopen om te beginnen, noch slagen om toch verder te gaan», Gazet v. Antw. 3/6/1977. 2. In ongunstige zin: te...