Famae quidem ac fidei damna majora esse quam aestimari possent (dixerunt)
Zij betoogden, dat het nadeel, toegebracht aan onze goede naam en onze betrouwbaarheid, groter is dan men kan schatten. Livius, Ab urbe condita 3. 72.
Wat is de betekenis van Famae quidem ac fidei damna majora esse quam aestimari possent (dixerunt)?
Gerelateerde zoekopdrachten