extreem
extreem - Bijvoeglijk naamwoord 1. uiterst, uitzonderlijk ♢ Dit is het extreemste geval dat ik ooit gezien heb. extreem - Bijwoord 1. op uitzonderlijk wijze ♢ Vannacht is er extreem zware vorst te verwachten. Antoniemen genua...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
extreem - Bijvoeglijk naamwoord 1. uiterst, uitzonderlijk ♢ Dit is het extreemste geval dat ik ooit gezien heb. extreem - Bijwoord 1. op uitzonderlijk wijze ♢ Vannacht is er extreem zware vorst te verwachten. Antoniemen genua...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
extreem - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: eks-treem 1. meer dan gewoon, boven het gemiddelde ♢ het is een extreem gevoelige jongen Bijvoeglijk naamwoord: eks-treem ... is extremer dan ... ...
AUTEUR VAN HET BRIDGE WOORDENBOEK - "BRIDGE OPZOEKBOEK" (UITGAVE 1998)
1. Een extreme distributie (in een kleur of van een hand): weinig voorkomend, grillig. 2. Een extreem bod: buitenissig, overdadig. Zie ook: grillig
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
I. bn. en bw., (extremer, -st), uiterst, tot de grens gaand: dat is een geval; hij is niet zo — in zijn opvattingen; in de hoogste graad: — autoritair; II. zn. o., een abstracte zaak in haar uiterste omvang of graad: een - van zelfgenoegzaamheid.
Nederlands woordenboek (7e druk)
(<Fr.), I. bn. bw. (extremer, -st), uiterst, tot de grens gaand: dat is een extreem geval; hij is niet zo extreem in zijn opvattingen; — in de hoogste graad: extreem autoritair. II. zn. o., een abstr. zaak in haar uiterste omvang of graad: een extreem van zelfgenoegzaamheid; een vijand van extremen.
Dr. E.J. Dijksterhuis - 1939
(< Lat. extremum = buitenst, uiterst). Lett. Uiterste. Samenvattende term voor maximum en minimum.
Gerelateerde zoekopdrachten