extraatje
...
Wiktionary (2019)
extraatje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord extra
Marco Bunge (1985)
Voordeeltje voor een bepaalde groep. Als kamerleden (al dan niet terecht) het gevoel hebben dat een groep mensen onevenredig zwaar wordt getroffen door economische problemen, pleiten zij in de regel voor een extraatje voor die groep in de vorm van een belastingvoordeeltje, een eenmalige uitkering of een ander soort toeslag. Zie ook toeslagenmaat...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), iets dat boven het gewone, beloofde of vereiste gegeven (resp. ontvangen) wordt, buitenkansje, meevallertje: dat was een extraatje.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), iets dat boven het gewone beloofde of vereiste gegeven (resp. ontvangen) wordt, buitenkansje, meevallertje: dat was een —.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: