Wat is de betekenis van Exercice?

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Exercice

oefening; uitoefeing; controle [door belastingambtenaar]; (lichaams)beweging; 't exerceren, exercitie; boekjaar, dienst(jaar); bekleding, waarneming [v. ambt]; godsdienstoefening; faire l’exercice, exerceren; prendre de l’exercice , beweging nemen; en exercice, in functie; entrer en exercice, een ambt aanvaarden.

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Exercice

Exercice - (Fr.), zie DIENST 6).

Gerelateerde zoekopdrachten