excelsus
excélsus (-a, -um), - van Lat. excellĕre, uitsteken, zich verheffen: hoog.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
p. adi. 1. eig., hoog, uitstekend, verheven; subst., excelsum, i, n. hoogte, hoog punt, Cic. 2. overdr., (van rang, waardigheid) uitstékend, verheven, schitterend; subst., excelsum, i, n. hoge rang (post), hoge bloei, - waardigheid, Sall. | (van geest, stijl enz.) verheven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: