ergerlijk
ergerlijk - Bijwoord 1. ergernis wekkend. 2. aanstootgevend. Woordherkomst Afgeleid van de stam van ergeren met het achtervoegsel -lijk.
Wiktionary (2019)
ergerlijk - Bijwoord 1. ergernis wekkend. 2. aanstootgevend. Woordherkomst Afgeleid van de stam van ergeren met het achtervoegsel -lijk.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), geschikt om ergernis op te wekken, aanstotelijk: de ergerlijke verwaarlozing der hoogste belangen; ’t is ergerlijk; een ergerlijk levensgedrag; — bw., op een wijze die aanleiding geeft tot ergernis.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (aanleiding gevend tot ergernis; aanstotelijk): dat is ergerlijke taal, een ergerlijk gedrag; ergerlijk vloeken.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) aanleiding gevend tot ergernis: een gedrag; zich aanstellen; langzaam. Syn. aanstotelijk.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), geschikt om ergernis op te wekken, aanstotelijk: de ergerlijke verwaarlozing van de hoogste belangen; een levensgedrag; bw., op een wijze die aanleiding geeft tot ergernis.
J.H. van Dale (1898)
ERGERLIJK, bn. bw. (-er, -st), waaraan men zich ergert: de ergerlijke verwaarloozing der hoogste belangen; ‘t is ergerlijk; — in strijd met de goede zeden: een ergerlijk levensgedrag. ERGERLIJKHEID, v. (...heden).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: