Wat is de betekenis van ergerlijk?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ergerlijk

ergerlijk - Bijwoord 1. ergernis wekkend. 2. aanstootgevend. Woordherkomst Afgeleid van de stam van ergeren met het achtervoegsel -lijk.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ergerlijk

adj. & adv., skou, skandlik, skandalich.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ergerlijk

bn. bw. (-er, -st), geschikt om ergernis op te wekken, aanstotelijk: de ergerlijke verwaarlozing der hoogste belangen; ’t is ergerlijk; een ergerlijk levensgedrag; — bw., op een wijze die aanleiding geeft tot ergernis.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ergerlijk

bn., bw. (aanleiding gevend tot ergernis; aanstotelijk): dat is ergerlijke taal, een ergerlijk gedrag; ergerlijk vloeken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ergerlijk

bn. en bw. (-er, -st) aanleiding gevend tot ergernis: een gedrag; zich aanstellen; langzaam. Syn. aanstotelijk.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ergerlijk

bn. en bw. (-er, -st), geschikt om ergernis op te wekken, aanstotelijk: de ergerlijke verwaarlozing van de hoogste belangen; een levensgedrag; bw., op een wijze die aanleiding geeft tot ergernis.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ergerlijk

ERGERLIJK, bn. bw. (-er, -st), waaraan men zich ergert: de ergerlijke verwaarloozing der hoogste belangen; ‘t is ergerlijk; — in strijd met de goede zeden: een ergerlijk levensgedrag. ERGERLIJKHEID, v. (...heden).