Wat is de betekenis van equipment?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

equipment

uitrusting. verzameling van spullen die voor bepaalde werkzaamheden noodzakelijk zijn; uitrusting. Voorbeelden: De hulpwerkers kunnen met hun equipment tot zo'n 1,5 miljoen liter water zuiveren. De Ware Tijd, 12 november 2010 Onderweg [...] laten ze je films zien tot je erbij neervalt. Het begint meteen onder het eten en...

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

equipment

(zelfstandig naamwoord) [alg.] uitrusting, apparatuur, gereedschap - Een diepzeeduiker heeft een hele uitrusting nodig.

2024-04-27
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Equipment

Uitrusting, outillage, installatie(s), apparatuur.

2024-04-27
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

equipment

→ uitrusting

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

equipment

toe-, uitrusting, outillage, installatie(s).

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

equipment

[Eng., uitrusting], v./m. (-s), instrumentale toerusting (muziekinstrumenten en versterkingsapparatuur) van popmuzik.nten,