Wat is de betekenis van Epitheel, epithelium?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Epitheel, epithelium

(Gr.-Lat.) o., (ontl.) opperste laag van het bekleedsel van (uit- of inwendige) organen (niet van de huid).

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Epitheel, epithelium

[modern Lat, van Gr. epi= erop-, en thèlein = thallein = eig.: groen zijn; groeien; epithelium = ongev. het erop groeiende] bedekkend, vaak afsluitend weefsel van aaneengesloten cellen dat een uitwendig lichaamsoppervlak of een lichaamsholte bekleedt.