Wat is de betekenis van epilepticus?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Epilepticus

(Lat.) m. (...tici), lijder aan vallende ziekte.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

epilepticus

epilepticus - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) lijder aan epilepsie Woordherkomst afgeleid van epilepsie met het achtervoegsel -icus Verwante begrippen mannelijke vorm van epileptica

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Epilepticus

vr. epileptica [Lat., van Gr. epileptikos] lijder, lijdster aan vallende ziekte.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Epilepticus

lijder aan epilepsie

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Epilepticus

lijder aan vallende ziekte.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

epilepticus

m. lijder aan vallende ziekte.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

epilepticus

m. epileptici (Lat. iem., die lijdt aan vallende ziekte); zie St.-Vitusdans.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

epilepticus

m. (...ci) (spr. si) [Lat.] lijder aan vallende ziekte.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

epilepticus

m. (-tici), lijder aan vallende ziekte.