Wat is de betekenis van Engineering?

2025-07-16
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

engineering

(zelfstandig naamwoord) [alg.] werktuigbouw, ingenieurswerk, techniek; werktuigbouwkunde, ingenieurswetenschappen - De Rotterdamse Maastunnel is een prachtig stukje ingenieurswerk. - Aan de TU heeft zij werktuigbouwkunde gestudeerd en mag zich dus ir. noemen.

2025-07-16
Basisboek integrale veiligheid begrippenlijst

Wouter Stol (2006)

Engineering

Nemen van technische veiligheidsmaatregelen.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Engineering

[Eng.] toegepaste technologie; het werken aan concrete oplossingen voor praktische problemen van technische aard.

2025-07-16
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

engineering

Proces binnen een organisatie waarbij de eisen van de afnemer worden vertaald naar een technisch haalbare oplossing.

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

engineering

machinebouw(kunde); (burgerlijke) bouwkunde; [electro-verwarmings] techniek; ingenieurs wezen; engineering-works, machinefabriek.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)