Enclise
(enclisis) aansluiting van een woord bij het voorafgaande, waarbij de eigen vorm of het accent verloren gaat
Jan Meulendijks (1993)
(enclisis) aansluiting van een woord bij het voorafgaande, waarbij de eigen vorm of het accent verloren gaat
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(Grieks ἒγκλιςις) is in de taalkunde de term voor de zeer nauwe aansluiting van een woord aan het voorafgaande, waardoor het enclitische woord verzwakking in accent en klank ondergaat. Bijv.: komt-ie tegenover hij komt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., positie van een woord waarin het zijn eigen accent verliest door aansluiting aan het voorafgaande of volgende.
Instituut voor de Nederlandse taal
enclise zn. 'aansluiting van een woord bij het naburige' categorie: leenwoord, geleerde schepping Nnl. enklisis 'id.' [1882; Kramers/Bonte], enclise 'id.' [1932; WNT Aanv.]. Internationale term uit de humanistische grammatica. Uit Frans enclise 'id.' [1847; Rey], gevormd op basis van Grieks énklisis 'nei...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: