Wat is de betekenis van Elder?

2024-04-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Elder

Zie Aldert

2024-04-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Elder

m -> Aldert (Fri. en Gron.).

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

elder

I. ouder, oudste [v. twee]; II. oudere; ouderling. III. vlier(struik).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Elder

m. (-s), (gew.) uier, soms bepaaldelijk van een schaap of geit.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Elder

('éldə) (Sir Thomas) Schots wolkoopman, ° 1818, † 1897 in Adelaide; zond verschillende ontdekkingsexpedities (Elderse expedities) uit in Australië, door de Victoria Woestijn enz.

2024-04-29
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Elder

BOV. E. Zie SAMBUCUS.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Elder

ELDER, m. (-s), (gew.) uier van een schaap.

2024-04-29
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Elder

Vber ouilli pecoris.