Wat is de betekenis van eilander?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eilander

m. (-s), eilandbewoner.

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

eilander

Het begrip eilander heeft 2 verschillende betekenissen: 1) bewoner van een eiland. iemand die op een eiland woont; bewoner van een eiland; eilandbewoner. Doorgaans in neutraal gebruik, maar soms ook met de bijgedachte dat iemand, door het betrekkelijke isolement, over bepaalde eigenschappen beschikt, zoals eigengereidheid of een zekere ma...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eilander

eilander - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die op een eiland woont Het gaat helemaal mis met Curaçao, voorziet Antillen-expert Ronald van Raak. Nederland staat machteloos, maar de eilanders kunnen vrijdag nog kiezen tegen de maffiastaat. Terschellingers schrikken...

2025-07-16
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

eilander

bewoner van de oostelijke eilanden (Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg) en van de westelijke eilanden (Bickerseiland, Prinseneiland en Realeneiland): Was het een Kattenburger? De eilanders vóór in de groep herkenden hem niet, LEONHARD 10. Aan de overkant, óók bijeen, hurken de Spaarndammerbuurters ... nóg sterke...

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eilander

s., eilanner.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eilander

('ei) m. (-s) eilandbewoner.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eilander

m. (-s), eilandbewoner.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eilander

EILANDER, m. (-s), (gew.) eilandbewoner.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)