Wat is de betekenis van Egelgras?

2024-04-30
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Egelgras

wordt ook panikgras, vogelgras of hanepoot (Panicum crus-galli) genoemd. Het is een lastig onkruid in de zandstreek.

2024-04-30
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Egelgras

of Egelboterbloem (Ranunculus flammula), plantje uit de Ranonkelfamihe, geslacht boterbloem.

2024-04-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Egelgras

➝ Boterbloem.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Egelgras

EGELGRAS, o. egelboterbloem; (ook) volksnaam voor de beenbreek (narthecium ossifragum), ook affodil en siepelgras geheeten.

2024-04-30
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Egelgras

Egelgras (Echinochloa L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der grassen. Het onderscheidt zich door de stekelharige kafblaadjes en klepjes van het onderste bloempje en door een zeer klein onderste kaf-blaadje. Het onderste bloempje is mannelijk of onzijdig, 2-kleppig met kruidachtige klepjes (het onderste met een zeer langen borstel...

Gerelateerde zoekopdrachten