Egelantier
(eglantier) wilde roos
Anton van Oirschot (1985-1986)
biersoort van brouwerij De Kroon uit Oirschot, oorspronkelijk uit de 19e eeuw, met als bestanddelen gerst, tarwe, haver, caramelmout en ondergist. Heringevoerd in 1984. Genoemd naar het gelijknamig lied van de Veulpoepers en het café te Tilburg.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), m. (-s, -en), in heggen, bossen, langs wegen, vooral in de duinen vrij algemeen voorkomende roosachtige heester met korte takken en ongelijke stekels, bottelroos (Rosa rubiginosa).
Winkler Prins (1949)
(Rosa rubigenosa), wilde roos uit bossen, duinen en heggen. Rode bloemen met heerlijke zoete geur. Juni-Juli. Deze roossoort wordt in de kassen gaarne gebruikt als stam voor te kweken rozen.
M. J. Koenen's (1937)
Fr. églantier v. Lat. acicula = naaldje; 1. m. egelantiers, egelantieren (wilde rozelaar; Lat. rosa rubiginosa); 2. v. (naam van rederijkerskamers inz. van de 17e eeuwse A’damse „In liefde bloeyend”): het blazoen van de egelantier was een gekruisigde Christus in een egelantier.
Dr. L.M. Metz (1937)
Wilde roos, rozelaar, hondsroos. Deze roos wordt veel gebruikt als onderstam, waarop fijne soorten geënt worden. Voorts is Egelantier de naam van een bekende rederijkerskamer, reeds vóór 1518 te Amsterdam gesticht. Deze kamer voerde op haar wapen een voorstelling van Christus aan een kruisvormigen egelantierstruik, waaronder de z...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: