Wat is de betekenis van Eerwaardigheid?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eerwaardigheid

s., earweardigens, -wurdigens, nommelens, achtberens.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eerwaardigheid

v., het eerwaardigzijn; voorheen als betiteling van geestelijken: Zijne Eerwaardigheid zag het anders in.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eerwaardigheid

EERWAARDIGHEID, v. titel van dominee en pastoor Zijne Eerwaardigheid zag het anders in.

Gerelateerde zoekopdrachten