Wat is de betekenis van Eenklank?

2024-04-28
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Eenklank

(m.), → monoftong.

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

eenklank

- in eenklank met, in harmonie met, in overeenstemming met. Die reflex is niet in eenklank met wat het geloof belijdt en haalt bovendien niets uit, zoals blijkt uit de steeds groeiende onkerksheid en onkerkelijkheid. - DS,

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eenklank

m. (-en), samenklank van twee tonen van gelijke hoogte, unisono.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Eenklank

(Ital. unisono), de vergelijkende trap in de leer der intervallen; de reine prime.

2024-04-28
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Eenklank

(Ital. : unisono), het door verschillende stemmen of instrumenten gelijktijdig uitvoeren van een zelfde tonenreeks.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eenklank

m. (-en), samenklank van twee tonen van gelijke hoogte, unisono.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eenklank

EENKLANK, m. (-en), samenklank van twee tonen van gelijke hoogte.