Wat is de betekenis van econoom?

econoom - Zelfstandignaamwoord 1. (economie), (beroep) deskundige op het gebied van de economie, die economische gegevens bestudeert en economisch beleid aandraagt ♢ Economen hekelen de belastingplannen van de nieuwe regering. Woordherkomst met het voorvoegsel eco- met het ac...

econoom - zelfstandig naamwoord uitspraak: e-co-noom 1. iemand die zich bezighoudt met de inkomsten en uitgaven van een land of organisatie ♢ deze econoom beweert dat we meer geld moeten gaan uitgeven Zelfstandig naamwoord: e-co-noom ...

Medewerker of beleidsfunctionaris die zich bezighoudt met het economisch aspect of economisch beleid van een bedrijf.

(de, -nomen) in België ook: administrateur, financieel beheerder, huismeester in een kostschool.

[Gr. oikonomos = heer des huizes, bestuurder] 1 economist; 2 wie belast is met de huishouding van instellingen; ook: administrateur, rentmeester.

(ekonoom) staathuishoudkundige; rentmeester

econoom - Zij die studeren of werken in het vakgebied dat zich bezighoudt met de productie, de verdeling en het verbruik van geld, goederen en diensten.

staatshuishoudkundige.

titel van dengene, die in kloosters, seminaria e.d., belast is met het toezicht op de huishouding en andere stoffelijke aangelegenheden.