Wat is de betekenis van echtbreken?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

echtbreken

echtbreken - Werkwoord 1. het verbreken van de huwelijksband In het verleden was echtbreken bij de wet verboden. Woordherkomst samenstelling van echt en breken

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Echtbreken

v., troubrekke.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Echtbreken

(alleen in de onbep. w.), huwelijksontrouw plegen: gij zult niet echtbreken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

echtbreken

('egd) wkw. de echtelijke trouw breken door gemeenschap met een andere persoon.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Echtbreken

(onbep. w.), huwelijksontrouw plegen.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Echtbreken

ECHTBREKEN, (alleen in de onbepaalde wijs gebruikelijk), huwelijksontrouw plegen: gij zult niet echtbreken.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)