Wat is de betekenis van Dwarsschip?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dwarsschip

o., dwarsbeuk ener kerk.

2025-07-16
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Dwarsschip

Zie transept.

2025-07-16
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Dwarsschip

zie Kruiskerk.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dwarsschip

o. dwarsschepen (ook, dwarspand, dwarsbeuk: deel ener kruiskerk, ’t welk de dwarsbalk voorstelt).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dwarsschip

o. ...schepen) dwarsbeuk.

2025-07-16
Beknopt kerkelijk handwoordenboek

M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)

Dwarsschip

Dwarsschip, -pand, -beuk; de ruimte tusschen schip en apsis, welke de geheele breedte van het kerkgebouw bezit, of die overtreft, zoodat er een kruisvorm ontstaat. Zie: Schip; Viering; Transsept.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dwarsschip

DWARSSCHIP, o. dwarsbeuk eener kerk.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten