Wat is de betekenis van Dwarshout?

2024-04-30
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Dwarshout

wordt verkregen door dunne houten platen op elkaar te lijmen, waarbij ze zo zijn gerangschikt dat lengterichting en draadrichting afwisselend loodrecht op elkaar staan.

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dwarshout

stuk hout dwars teen twee ander; draaghout.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dwarshout

s.n.; (tegen dakspanten v. huis in schip, aan bekisting v. zeedijk), goarring; (aan trekzeel voor één paard), silehout (it); (aan trekzeel voor meer paarden), spoarstôk; (aan hooihark), (harke)haed (it).

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dwarshout

o. (-en), lat, blok, dwars opgespijkerd, aangebracht.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dwarshout

o. (-en) hout dat dwars op een ander staat.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dwarshout

o., 1. (-en), lat, blok, dwars opgespijkerd aangebracht; 2. (als stofn.) hout waarvan de lengterichting ongeveer loodrecht op de draadrichting staat.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dwarshout

DWARSHOUT, o. (-en), lat, blok, dwars opgespijkerd, aangebracht. Dwarshoutje, o. (-s).