dwalm
(19e eeuw) (scheldw.) levenloos of saai iemand; zachtaardig persoon, een softie. Reeds opgetekend in de middeleeuwen . Volgens Endt (Bargoens Woordenboek) van dezelfde stam als het werkwoord 'dwalen', oorspronkelijk met betrekking op rook of nevel. • (Dr. W. Bisschop: Het Dordsche taaleigen. bijdrage tot de kennis der hollandsche dialekten. Ve...