Dux
aanvoerder; hertog (bij de Germanen)
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
dŭcis, c. 1. begeleider, leider, begeleidster, leidster, vand. ook leider, wegwijzer, gids (bij of tot iets), voorloper (van iets), in ongunstige zin = raddraaier. 2. in ’t alg., hoofd. | in ’t bijz., aanvoerder, veldheer; vorst, keizer.
Jacon Kramers Jz (1948)
(Lat.) m. 1 aanvoerder, hertog; 2 leidend of eerste thema v. e. fuga; ~ femina facti, een vrouw leidt het werk, een vrouw heeft er de hand in.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
betekent in het Latijn in het algemeen aanvoerder. Toen Diocletianus in het bestuur van de provincies de civiele en rechterlijke macht van de militaire scheidde, kreeg de met de militaire macht beklede stadhouder de titel dux. Later noemde men een hertog der Germanen in het Latijn dux.De Italiaanse weergave van het Latijnse „dux”...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Dux - in de oude leer der Fuga-compositie, de naam voor het thema, zooals het bij den aanvang van het stuk ’t eerst optreedt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: