Duivelskind
(-ers, -eren), 1. kind van de duivel; 2. dienaar van de duivel, boos mens.
Jozef Verschueren (1930)
o (-eren) 1. Eig. kind als 't ware uit de duivel geboren. 2. Metf. kind waartegen men met spijtige bewondering opziet.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-eren), 1. (bijgeloof) kind van een duivel; 2. iem. die men met spijt bewondert.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: