Wat is de betekenis van duivels?

duivels - Tussenwerpsel 1. een uitroep van verbazing ♢ Duivels zeg! duivels - Bijvoeglijk naamwoord 1. als een duivel ♢ Dat was echt een duivels plan. 2. vervloekt. ♢ Die duivelse jongen heeft weer ie...

duivels - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dui-vels 1. gemeen en boosaardig ♢ het was een duivels plan Bijvoeglijk naamwoord: dui-vels de/het duivelse ... Synoniemen demonisch

al zijn duivels ontbinden (tot het uiterste gaan)

Bastaardvloek met de betekenis ‘verwenst, donders’. Thans vooral een uitroep van verbazing; zo bijvoorbeeld in alle duivels! zie deksels, drommels.

1. adj., divels(k), duvels(k), dealsk, deales. 2. interj., to deale.

...

I. bw., in hoge mate: duivels aardig; II. tw., krachtterm: wel duivels! III. bn., 1. van de duivel uitgaande: duivelse kunsten ; 2. van, als (van) een duivel: met duivelse wellust; duivelse gedachten; 3. verwenst: die duivelse jongen; dat is een duivelse geschiedenis; 4. woedend, zeer ongeduldig : dat is om duivels te wor...

I. bn. (1 als [van] een duivel: boosaardig, arglistig; 2 vervloekt, ellendig; 3 woedend; zeer boos; ongeduldig): 1. dat is een — plan; 2. die -e vent; 3. ’tis om — te worden; II. bw. (in hoge mate; erg): die kerel kan — vloeken; 3. tw.: wel —!

('duivels) I. tw. uitroep van verbazing : -! die kan het. II. bn. en bw. 1. (als) van, als een duivel : een plan; met -e wellust. 2. verwenst : die -e jongen. 3. boos, ongeduldig : 't is om te worden. III. bw. in hoge mate : kwaad.