Wat is de betekenis van Duivelin?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Duivelin

v. (-nen), 1. vrouwelijke duivel; 2. geslepen, gewetenloze vrouw; 3. boos, kwaadaardig wijf, helleveeg.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

duivelin

v. duivelinnen (boosaardig wijf).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

duivelin

('lin) v. (-nen) boosaardig wijf.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Duivelin

v. (-nen), 1. vrouwelijke duivel; 2. geslepen, gewetenloze vrouw; 3. boos, kwaadaardig wijf, helleveeg.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Duivelin

DUIVELIN, v. (-nen), boos, kwaadaardig wijf, helleveeg.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)