Wat is de betekenis van duel?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

duel

duel - Zelfstandignaamwoord 1. een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels In de negentiende eeuw was het houden van duels vrij algemeen tussen heren van stand. 2. duel wedstrijd tussen twee personen of twee ploegen Het duel tussen...

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

duel

duel - zelfstandig naamwoord uitspraak: du-el 1. strijd tussen twee mensen of groepen ♢ de ridders vochten een duel uit Zelfstandig naamwoord: du-el het duel de duellen ...

2024-04-30
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

duel

duel: rechtstreekse strijd tussen twee protagonisten om de overwinning of de wielerhegemonie. De meest epische duels uit de wielergeschiedenis: Bartali - Coppi (die tussen 1939 en 1949 menig duel uitvochten in de Giro, de Tour en de Italiaanse klassiekers), Bobet - Robic (deze Bretonnen streden tegen mekaar om de hoogste Tour-eer in 1953), Bahamont...

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Duel

tweegevecht

2024-04-30
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Duel

In een geordende staat is een duel, een tweegevecht, niet geoorloofd, omdat men niet zijn eigen recht mag zoeken, doch een geschil aan het oordeel van de rechter moet onderwerpen. Niet alleen het deelnemen aan een duel, maar ook het uitlokken ervan is strafbaar.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Duel

o., tweegevecht

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Duel

s.n., kampslach.

2024-04-30
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Duel

tweegevecht, duel; strijd; gradualis; se battre en duel, duelleren.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

duel

I. duel, tweegevecht; fight a duel, duelleren; II. duelleren.