Wat is de betekenis van Druisen?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Druisen

(druiste, heeft gedruist), een aanhoudend maar ongelijkmatig, dof, verward, vrij sterk geluid voortbrengen, inz. zich daarmee bewegen (vgl. gedruis, aan-, indruisen).

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

druisen

druiste, h. gedruist (1 een vrij zwaar, aanhoudend maar niet gelijkmatig geluid voortbrengen of vormen; 2 met een soortgelijk geluid ergens tegenaan komen inz. in samenst.): 1. de branding druist; 2. z. aan-.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

druisen

(druiste, heeft gedruist) 1. een dof aanhoudend, maar ongelijkmatig geluid voortbrengen: de branding druist. 2. weerklinken met een dergelijk geluid: het huis druiste van vreugde.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Druisen

(druiste, heeft gedruist), een aanhoudend maar ongelijkmatig, dof, verward, vrij sterk geluid voortbrengen.

2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

druisen

druisen erfwoord Zie: gedruis

2025-07-15
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten